Veel backpackers en reizigers reizen naar Java voor een bezoekje aan de beroemde Bromo vulkaan. Velen slaan echter de minder beroemde Kawah Ijen vulkaan met haar giftige meer over. Na een bezoekje te hebben gebracht aan beide kan ik concluderen dat dit onterecht is. De Kawah Ijen is het bezoek namelijk meer dan waard en moet zeker niet onder doen voor de Bromo vulkaan.
De Kawah Ijen ligt op Oost-Java en is goed bereikbaar vanuit de plaatsjes Ketapank en Kalibaru. Wij vertrokken om twaalf uur ‘s nachts met de jeep vanuit Kalibaru. De Kawah Ijen is namelijk een vulkaan die je echt in het pikkedonker wilt bezoeken. Tijdens de rit vertelt onze Nederlands sprekende gids veel over het leven op Java en over de Kawah Ijen. Na een rit van 2 uur komen we aan op de parkeerplaats van de zwaveldragers: de werklieden die iedere nacht zwavel winnen uit de krater van de vulkaan.
Samen met een kleine groep toeristen en de zwaveldragers beginnen we aan een wandeling van 4 km naar de kraterrand. We klimmen tot een hoogte van ongeveer 2800 meter. Het is een zware wandeling omdat de lucht steeds ijler wordt. Maar het is absoluut een mooie wandeling. Het heeft toch ook iets magisch. Een vulkaan beklimmen om 2 uur ‘s nachts doe je namelijk niet elke dag.
Aangekomen aan de kraterrand is het erg koud. Voor ons houdt de wandeling hier op. Voor de zwaveldragers echter nog niet. (Voor de echte avonturier die het verboden toegang bord negeert ook nog niet). De zwaveldragers moeten namelijk via een steil pad van 30 cm breed de krater inlopen. Het is een wandeling van ongeveer 400 meter. Onder in de krater winnen ze zwavel. De zwaveldragers halen hier per persoon ongeveer 70 kilo zwavel op. Dit doen ze twee keer per nacht. Met deze 70 kilo moeten ze eerst over het gevaarlijk steile pad de krater uitkomen en daarna maken ze weer de wandeling van 4 kilometer naar de parkeerplaats. Haalt de zwaveldrager twee keer zwavel, dan verdient hij die dag ongeveer 6 euro. Dit is redelijk veel voor Indonesiërs, maar dit beroep kan niet lang beoefend worden. Zwaveldragers worden gemiddeld maar 40 tot 45 jaar oud…
Voor toeristen is het verboden om de krater in te gaan. Toch laten veel toeristen zich niet tegenhouden door dit verbod. Daar beneden is namelijk iets heel erg moois te zien. The blue fire (het blauwe vuur) noemen de Indonesiërs het. Het is te omschrijven als een grote gaspit. Zelfs op de kraterrand is het blauwe vuur te zien.
Helaas is de afdaling niet geheel zonder risico. Het pad is namelijk erg gevaarlijk. Op de kraterrand wordt het verhaal verteld van een Franse vrouw die naar beneden viel tijdens haar wandeling en overleed. Veel gidsen gaan daarom ook niet met hun toeristen naar beneden. Uiteraard kan je, tegen een kleine betaling, wel met een van de zwaveldragers naar beneden. Probeer er alleen op te letten dat je ze niet in de weg loopt. Zij dragen namelijk 70 kilo zwavel met zich mee.
Rond zes uur wordt het licht. Langzaamaan komt de zon op en wordt de krater beetje bij beetje verlicht. In de krater ligt een meer. Maar het is niet zomaar een meer. Het is een van de meest giftige meren ter wereld. Het meer zagen we eerder niet door alle rook van de zwavel. Met het opkomen van de zon begint het een beetje te waaien en is het meer af en toe zichtbaar. Het zwavelmeer in de Kawah Ijen is een prachtige turquoise kleur. Het liefst zou je er een duik in nemen. Helaas los je bij een duik in het meer binnen enkele minuten helemaal op. Door scheuren in de krater komt er zwaveldioxide vrij in het meer.
Ben je dan veilig zolang je er niet in valt? Helaas niet. Een aantal jaren geleden heeft het meer een gasbel geproduceerd. Deze gasbel zorgde ervoor dat alle 40 zwaveldragers die op dat moment in de krater waren stierven. Of en wanneer het meer nog een gasbel produceert weet men niet. Om die reden is het ook niet verstandig om een bezoekje te brengen aan de krater.
De zon verlicht rond zeven uur ’s ochtends het hele meer en daarmee is de krater goed zichtbaar. Het uitzicht is dan echt schitterend. Je ziet de laatste zwaveldragers de krater uitlopen. Zij willen terug zijn op de parkeerplaats voordat de warme zon begint te schijnen. Wij moeten ook terug. Na genoten te hebben van het adembenemende uitzicht lopen we terug met de zwaveldragers. Tijdens deze wandeling verkopen de zwaveldragers nog graag diertjes van zwavel, die ze zelf hebben gemaakt.
Bij aankomst op de parkeerplaats is het tijd voor een ontbijt. Samen eten we in het ‘café’ van de zwaveldragers. Na dit gezellige ontbijt is het toch echt tijd voor die rit terug naar Kalibaru. Vermoeid maar voldaan rijden we terug. Het was een speciale ervaring met de zwaveldragers en een uitzicht om nooit te vergeten.
Dit artikel werd geschreven door Linda van der Steen.
Heb je zelf ook interesse om een leuk gastartikel te schrijven voor Zuidoost-Azië Magazine? Neem dan contact op via dit formulier.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.