Het leven is al ingewikkeld genoeg. Laten we het daarom simpel houden en voor het gemak even aannemen dat in deze wereld maar twee soorten mensen leven. Namelijk zij die geloven en de ongelovigen. De kenners en de onwetenden. De lovers en de niet-lovers. En dan heb ik het over de liefde voor de Durian. Inderdaad, met een hoofdletter D.
Durian: wat is dat?
Eerst maar even de droge feiten: durians hangen aan de zogenaamde Durio zibethinus, oftewel durianboom. Dit is een groenblijvende boom die tussen 20-150 meter hoog wordt. De bloemen zitten met drie tot dertig stuks in trossen aan twijgen vast, die verbonden zijn met de stam of aan takken hangen. De vrucht zelf is 15-30 cm lang en kan tot acht kg zwaar worden. De schil van de vrucht heeft zeskantige, dikke stekels. De durian heeft vijf vruchtkamers met daarin een groot zaad. De rijpe vrucht heeft een penetrante geur door de vorming van waterstofsulfide, waaraan de vrucht zijn alternatieve naam ‘stinkvrucht’ ontleent. Maar die benaming wordt doorgaans alleen door de niet-lovers gebezigd. De zaden zijn niet rauw te eten, maar vormen geroosterd een lekkernij.
De durian komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië en wordt met name in de Molukken, Borneo, Thailand en ook in Maleisië verbouwd. Bof ik even. Hij wordt door zowel vriend als vijand aangeduid als de koning der vruchten.
Geheime locatie
Hoelang is het geleden dat ik durian heb geproefd? Ik kan het mij niet meer herinneren. Want het officiële durianseizoen in Maleisië loopt van maart tot aan oktober. En ik smacht naar durian zoals een vis op het droge naar water. Met deze metafoor in gedachten rijd ik richting Cheras in zuid Kuala Lumpur, naar een nog geheime locatie. Nadat ik geruim vijf kilometer heb gereden, op goed gevoel naar het zuiden toe, krijg ik een smsje. ‘Bij de volgende rotonde de derde afslag nemen en daarna rechtdoor rijden.’ Nou, vooruit maar. Even later parkeer ik de auto aan de kant van de weg naast een paar stalletjes die tot aan de nok toe gevuld zijn met durians. Aanvallen…!
Stekels
“Auw. Rotding!” Om er zeker van te zijn dat wij niets missen, hebben we voor alle zekerheid gewoon van elke soort een vrucht besteld. Even een smaaktest dus. Een grote stekel van één van de durians heeft zojuist mijn duim dusdanig beschadigd dat er een dikke druppel bloed uit tevoorschijn komt. Met een gepijnigde blik in m’n ogen zuig ik op mijn duim en zit me zielig te voelen aan het rode plastic tafeltje in de durian tent. Terwijl ik mij bewust word van de meewarige blik van mijn gezelschap, haal ik die duim maar weer uit m’n mond en doe alsof de pijn meevalt. Met mijn arme duim wrik ik de durian voorzichtig verder open. De geur van het zachtgele vlees dringt via mijn neus door tot in mijn botten en lijkt mijn hele wezen te omvatten. Wat een sensatie.
Gewogen en goed bevonden
Alle durians die op de markt verkocht worden, zijn special gekweekt voor hun smaak, variërend van mierzoete durians tot vruchten met een zacht-bittere nootsmaak.
De eerste durian die wij verzwelgen -want eten kun je ons geschrans nauwelijks noemen- is de D24. Deze wordt verkocht voor 22RM (RM = Maleisische Ringgit) of €4,6 per kilo. Deze vrucht heeft een lichtgele kleur en een zachte notensmaak. Niet slecht!
Daarna is de durian met de naam Hijau aan de beurt. Deze wordt voor 18RM (€3,7) per kilo verkocht. Hmmm, heerlijk. Een sappige vrucht met een goede bite en grote pit. We likken er onze vingers bij af.
Nummer drie is de Red Prawn die ook voor 18RM per kilo wordt verkocht. Het vlees is zachtgeel van kleur, tegen het witte aan en heeft een wat melkachtige smaak. Het vruchtvlees smelt op de tong… Heerlijk. Wordt deze onze favoriet?
Tot slot proberen we de Musang King. Unaniem zijn we het erover eens: dit is echt de beste durian. Met zijn volle aromatische smaak, vezelachtige vlees en sterke alcoholsmaak staat deze voor ons op nummer 1. Het is tevens de duurste vrucht: 48 RM (€10) per kilo. Maar dat mag de pret niet deren.
Koud en heet eten
In de traditionele Chinese voedingsleer worden drie verschillende soorten voedselgroepen onderscheiden: koud, heet en neutraal. Dit heeft niets te maken met de temperatuur van het voedsel, maar met de uitwerking die bepaald eten op je gestel kan hebben.
Voedsel met koude eigenschappen koelen het lichaam af. Voorbeelden zijn tomaat, augurk, ananas, kiwi, yoghurt en komkommer.
Onder heet eten wordt verstaan onder meer lamsvlees, alcohol, gember, vis, en durian. De durian behoort thuis in de hete groep. Volgens het principe van yin en yang moet alles wat wij doen in balans zijn. Ook wat eten betreft dus. Als je iets eet dat in de hete categorie thuishoort, dan moet je dat eigenlijk weer compenseren door iets te nuttigen dat ‘koud’ is.
Vele zichzelf respecterende durian-etablissementen bieden daarom naast hun uitgebreide selectie durians, tevens kokosnoten aan. Die worden aan je tafeltje opengekapt en kun je drinken nadat je van de durian hebt gegeten. Of het één het andere weer in balans brengt, dat weet ik niet, maar het smaakt heerlijk.
De Durian Berg
Terwijl wij tevreden en bol van de durian zitten uit te buiken, vertelt mijn gelijkgestemde tafeldame mij over de mythische Durian Berg die zich blijkbaar ergens in de provincie Pahang in Maleisië bevindt. Het houdt mij bezig. Die Durian Berg; zou die echt bestaan? In gedachten zie ik mij al dansend de berg beklimmen, met een zachtgele vrucht in mijn linker- en rechterhand, terwijl ik met open mond de durians uit de bomen probeer te vangen. Auw.
Nu je wellicht door hebt in welke groep ik val, wil ik je nog graag een tip geven voor de beste manier om thuis durian te eten. Want die smaakt namelijk het best ’s morgens met een goede cappuccino. Selamat makan – eet smakelijk!
Dit artikel werd geschreven door Merel Nahuijsen.
Travelista, writoholic en Azië lover; dat zijn drie woorden die Merel het beste omschrijven. Merel vertrok uit Nederland na haar studie Internationaal Recht toen ze 27 jaar was. Op zoek naar avontuur en niets te verliezen. Een enkele reis Jakarta in 1997 leverde haar een baan op bij de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. Uiteindelijk heeft Merel 10 jaar in Indonesië gewoond en heeft daar onder meer als lerares Engels bij de Nederlandse school gewerkt en haar eigen ESL bedrijf gehad. Daarna vertrok zij naar Sydney, Australië. Dit keer met een Australische man en een kind rijker. In Sydney begon zij met haar opleiding tot Transformational Coach.
Nu woont Merel alweer bijna vier jaar in Kuala Lumpur, Maleisië. “Om weer in Azië terug te zijn, is heerlijk. Ik heb het echt gemist. De ‘Asian vibe’… het houdt mij bezig!”
Heb je zelf ook interesse om een leuke gastblog te schrijven voor Zuidoost-Azië Magazine? Neem dan contact op via dit formulier.
Leuk stuk! Met veel plezier gelezen!