Palawan, de Filipijnen. Het is niet meteen het eerste wat in je opkomt als je de foto’s bij dit artikel ziet. Bora-Bora, Tahiti, de Seychellen of de Malediven. Dat wel, ja. Maar Palawan? Deze eilandengroep is volgens ons de absolute parel van de Filipijnen, en misschien wel van heel Zuidoost-Azië. Het is een toeristisch relatief onontgonnen archipel. En het heeft zich op korte tijd ontpopt tot een populaire bestemming voor backpackers, honeymooners, duikers en all-round avonturiers. En het is nog een eco-bestemming op de koop toe: de overheid doet er alles aan om duurzaam toerisme te promoten en ondersteunen. Wie naar Palawan op vakantie gaat, doet dat best niet op een drafje. Neem gerust je tijd, want je kunt gemakkelijk 2 à 3 weken door Palawan reizen.
Palawan is een eilandengroep die deel uitmaakt van de Visaya’s en ligt in het zuidwesten van de Filipijnen. Het bestaat uit 1 groot eiland en honderden andere eilandjes in allerlei formaten, van mini tot maxi. Het is dan ook een heerlijke plek om te eilandhoppen. Naast de gewone transportmiddelen, kun je in Palawan rondreizen met bangka’s, een soort boottaxi’s die langs de kust varen en je van dorp naar dorp brengen. Niet alleen erg idyllisch en leuk om te doen, maar vaak ook de snelste manier om in Palawan van A naar B te geraken.
Je kunt de eilandengroep ruwweg in drie regio’s indelen: Centraal-Palawan, Zuid-Palawan en Noord-Palawan.
Centraal Palawan
De kans is groot dat je je reis in Palawan start in het middelpunt van de archipel, en dan meer bepaald in de hoofdstad van Palawan: Puerto Princesa. Puerto Princesa is een prima uitvalsbasis om het centrale gedeelte van het eiland te bezoeken. In en rond Puerto Princesa zijn dit de belangrijkste bezienswaardigheden:
- Puerto Princesa: de hoofdstad zelf is meer dan zomaar een vertrekplaats voor excursies. Hier hangt een leuke vibe en het is een fijn stadje om een dag in rond te slenteren. Qua highlights ben je vrij snel rond in het centrum van Puerto Princesa: een kathedraal en enkele musea en dat is het zowat. Maar Puerto Princesa telt heel wat prima restaurantjes en vlakbij de stad zijn er ook verschillende hot springs waar je heerlijk kunt relaxen. Verder zijn er in de buurt van de stad nog een Wildlife Rescue & Conservation Center, waar je honderden krokodillen kunt zien, en een Butterfly Garden. En nogal bijzonder: je kunt er ook een gevangenis bezoeken, de Iwahig Prison & Penal Farm.
- Tubbataha Reefs: vanuit Puerto Princesa kun je naar Tubbataha Reefs. Dit is een uniek mariene park dat UNESCO werelderfgoed is. Je moet er wel wat voor over hebben: het is zo’n 10 tot 12 uur varen vanuit Puerto Princesa, maar voor duikers is dit een absolute must. Veel duikers gaan dan ook een volledige week de zee op om in dit park te kunnen duiken. Het duikseizoen loopt van midden maart tot begin juni. Een duiktrip kun je boeken bij één van de erkende duik operators.
- Honda Bay: deze baai vind je net ten noorden van Puerto Princesa. Het ligt bezaaid met kleine eilandjes waar je kunt snorkelen en eilandhoppen. Sla zeker Pandan Island, Cowrie Island en Snake Island niet over.
- Sabang: dit stadje is vooral bekend omwille van dat andere UNESCO werelderfgoed van Palawan: Puerto Princesa Subterranean River National Park. Een hele mond vol. Dit is een indrukwekkend grottensysteem dat kilometers lang is en waar je in kunt varen (onder begeleiding). Het zal je niet verbazen dat hier heel wat dagjestoeristen vanuit Puerto Princesa op af komen. Maar Sabang op zich is eigenlijk best wel een fijne plek om iets langer halt te houden: er is een mooi strand en het is een goede uitvalsbasis voor enkele prachtige wandelingen, zoals de wandeling naar Ugong Rock: een indrukwekkende karststeen formatie met een prachtig uitzicht over de omgeving.
Zuid-Palawan
Het zuiden van Palawan is meer iets voor avonturiers. De meeste toeristen reizen meteen door naar het noorden. En dat is jammer, want ook het zuiden heeft heel wat te bieden. Er zijn hier echter heel wat minder hotels en guesthouses dan in de rest van Palawan en de accommodatie is vaak ook een pak meer basic. Neem tevens je voorzorgen tegen malaria, want dat kan in het zuiden van Palawan wel eens een probleem zijn. Maar als dit alles je niet afschrikt, dan krijg je dit in return:
- Narra: de rijstschuur van Palawan. De markt in dit stadje is een leuke tussenstop en verder heb je er enkele mooie stranden, zoals Isla Areana. Ook het eilandje vlak voor de kust, Rasa Island, is de moeite waard. Je kunt vanuit Narra eveneens naar Estrella Falls of naar Victoria Mountain, met z’n 1709 meter één van de hoogste toppen van Palawan.
- Quezon: dit is de grootste stad in de buurt van de Tabon Caves, een grottencomplex van meer dan 200 grotten. Vanuit Quezon is het ongeveer een uurtje varen. Zeker de moeite waard!
- Rizal: dit is één van de meest afgelegen stadjes van Palawan. Het is een prima vertrekpunt om Mount Matalingahan (2086 meter) te beklimmen, de hoogste piek van Palawan. Vanuit Rizal kun je ook een trektocht maken naar de Tao’t Bato: een primitief volk dat op zo’n 8 uur wandelen van Rizal woont. De Tao’t Bato zijn zelfvoorzienend en leven van de jacht en de landbouw en wonen in het regenseizoen in grotten. Met behulp van een gids kun je de Tao’t Bato bezoeken.
- Brooke’s Point. Ook van hieruit kun je Mount Matalingahan beklimmen, maar de beklimming is aan deze kant wel wat lastiger dan vanuit Rizal.
Noord-Palawan
De meeste toeristen gaan naar het noorden van Palawan. En van zodra je hier bent, zul je ook begrijpen waarom. Dit is gewoon de hemel op aarde. Parelwitte stranden, helblauwe baaien en overal waar je kijkt kleine eilandjes om je heen. El Nido en Coron zijn de voornaamste, maar zeker niet de enige, trekpleisters van dit deel van Palawan:
- Port Barton: dit is een klein stadje waar de jungle letterlijk tot aan de zee uitloopt. Een heerlijke plek om te relaxen, duiken of snorkelen en uiteraard: eilandhoppen. Even uitgekeken op de zee? Maak dan een wandeling naar de mooie Pamuayan Falls.
- Taytay: dit was vroeger de hoofdstad van Palawan. Vooral het Santa Isabel Fort is een bezoekje waard. Vanuit Taytay kun je ook naar Lake Danao, het grootste zoetwatermeer van Palawan.
- El Nido: het stadje zelf is niet echt een hoogvlieger. Maar dat doet er ook niet toe. Want hier kom je voor de fenomenaal mooie stranden en eilanden van de Bacuit Archipel waaronder Cadlao Island, Pinabuyutan Island, Tapiutan Island en Matinloc Island. De meeste toeristen in El Nido zijn zodanig gefocust op de zee dat ze vergeten naar het binnenland te kijken. En dat is jammer, want het hinterland van El Nido heeft ook heel wat te bieden voor klimmers, wandelaars en mountainbikers.
- Coron Town: dit kleine stadje kan op het eerste zicht een ontgoocheling zijn. Je geraakt er niet gemakkelijk, want het ligt helemaal in het noorden van de Palawan archipel. En bovendien is er geen strand en ziet het stadje er eigenlijk niet echt uit. Het is echter de grootste stad van Busuanga Island (nu ja, groot is relatief) en de beste uitvalsbasis om het eiland te ontdekken. Coron trekt heel wat duikers. Dat komt omdat je hier naar de wrakken van minstens 10 gezonken Japanse oorlogsschepen kunt duiken – een waar paradijs voor duikers dus. Ben je geen duiker? Geen nood. Vanuit Coron Town kun je ook een trip maken naar de Makinit Hot Springs, kajakken in de mangrove nabij Butong of wandelen naar de top van Mt Tundalara (640 meter hoog). O ja, en net als in de rest van Palawan, kun je hier uiteraard ook een bangka huren en van eiland naar eiland hoppen.
- Coron Island: met een bangka sta je op zo’n 20 minuutjes vanuit Coron Town op Coron Island. Een schitterend eiland dat vooral bekend is omwille van z’n twee meren: Lake Kayangan en Lake Barracuda.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.