De Thaise samenleving

Thailand is niet voor niets gekend als het ‘Land van de Glimlach‘. De Thaise bevolking is bijzonder vriendelijk en open en gastvrij ten opzichte van toeristen. ‘Sanuk‘ (plezier) is een belangrijk element in het leven van de Thais: het zijn echte levensgenieters en ze houden wel van practical jokes, lekker eten en een goed feestje. 

Gezichtsverlies

Voor de Thais is er niets zo erg als gezichtsverlies lijden. Ze doen er dan ook alles aan om dat te vermijden. En niet alleen voor zichzelf: als jij bijvoorbeeld valt, zal een Thai al snel glimlachen om jouw gezichtsverlies te verzachten. Het betekent ook dat ze elke mogelijke conflictsituatie uit de weg zullen gaan, om mogelijk gezichtsverlies te vermijden.

Je kwaad maken zal je in Thailand dan ook niet veel helpen. Hoe kalmer je blijft in een stresssituatie, hoe meer respect je zult afdwingen. Zelfs opbouwende kritiek wordt in Thailand niet altijd in dank afgenomen. Het wordt immers vaak erg persoonlijk opgevat en leidt dus tot gezichtsverlies.

Thaise samenleving is hiërarchisch gestructureerd

De Thaise maatschappij is nog erg hiërarchisch gestructureerd. Je plaats op de sociale ladder wordt bepaald door je leeftijd, rijkdom, beroep, religieuze verdienste en persoonlijke en politieke macht. Als je lager op die ladder staat behandel je wie hoger op die ladder staat met – een naar westerse normen vaak overdreven – respect.

Thais zullen jou als bezoeker automatisch hoog op die ladder plaatsen. Behandel de Thais, hun geloof en hun instellingen met respect en wees genereus met complimentjes over de Thais en Thailand. Je zult zien dat ze je alleen maar met nog meer respect zullen behandelen. Gooi daar nog een paar woordjes Thais bovenop en het kan helemaal niet meer stuk!

Van kop tot teen

Denk er aan dat voeten voor de Thais het minderwaardige deel van je lichaam zijn. Richt dus nooit je voeten naar een Thai, hij zal het als een belediging opvatten.  Als je bij iemand thuis komt, doe dan ook je schoenen uit. Aan de andere kant is het hoofd het belangrijkste deel van het lichaam. Raak nooit het hoofd van iemand anders aan. Neen, ook niet van die schattige Thaise kinderen die je zo graag eens over de bol zou aaien.

Stap niet op de koning

De Thais nemen hun koningshuis erg serieus en pikken het niet dat je er kritiek op geeft. Meer nog: het is er bij wet verboden. Het is in Thailand zelfs verboden om op geld te stappen. Want op de briefjes en munten vind je immers de afbeelding van de koning.

De koning neemt voor de Thais een bijzonder belangrijke plaats in de samenleving in. Je zult dan ook overal portretten van de koning zien opduiken. Bovendien klinkt op heel wat plaatsen elke dag om 8u en 18u het volkslied door luidsprekers, ter ere van de koning. De Thais stoppen dan met wat ze bezig waren en staan stil. Van bezoekers wordt verwacht dat ze dat ook doen.

Sport

De Thais zijn – hoe kan het ook anders – gek op boksen. Thais boksen uiteraard. Of zoals zij het noemen: Muay Thai. (Bijna) alles kan en (bijna) alles mag in Thais boksen. Een gewone ‘punch’ is voor softies: een knietje of elleboog zetten, daar win je een match mee. Thais boksen is super populair en er gaat geen dag voorbij zonder kamp in de grote stadiums van Bangkok. In Thailand zijn er maar liefst 60 000 full-time boksers. Niet voor watjes.

Naast boksen is ook takraw razend populair in Thailand. Denk aan een spectaculaire kruising tussen voetbal en volleybal.

Godsdienst

Zo’n 95% van de bevolking is boeddhist, van de Theravada-strekking. Je zult de Thaise vlag dan ook vaak samen zien met de gele vlag van het boeddhisme. Godsdienst is alomtegenwoordig in de Thaise samenleving. Boeddhisten geloven niet in een god, maar wel in karma en reïncarnatie: wie nu goed doet, zal daarvoor in een volgend leven beloond worden. Dit verklaart voor een groot stuk de hiërarchische samenleving: wie het nu goed heeft en dus hoog op de sociale ladder staat, die staat daar omdat hij in een vorig leven goed heeft gedaan.

In tegenstelling tot veel andere godsdiensten, hebben boeddhisten geen vaste dagen van de week waarop ze hun geloof belijden. Er zijn geen ‘misvieringen’ en boeddhisten bezoeken de ‘wat’ (tempel) wanneer ze dat willen. Ze belijden hun geloof eerder individueel dan in groep.

Je zult ze tijdens je bezoek aan Thailand ongetwijfeld tegenkomen: de vele monniken die van deur tot deur gaan om eten en donaties op te halen. Dat ze met zovelen zijn, valt makkelijk te verklaren: elke mannelijke Thai wordt immers verwacht om enkele maanden monnik te zijn. Zoals jongeren na hun studies in sommige landen een tijdje verplichte legerdienst doen, zo worden de Thais na hun schooltijd of studies enkele maanden monnik.

De meeste Thais mengen hun boeddhisme ook met wat elementen van het animisme. Zo geloven ze in geesten (‘phi’) die hen geluk kunnen schenken maar die hen ook veel kwaad kunnen berokkenen. Daarom proberen ze hen gunstig te stemmen door eten, bloemen en wierook te offeren.

 

 

 

Laatste Superdeals

Leave a Reply